zondag 8 november 2015

Bon appétit


De Heer heeft onze tong ruimhartig bezet met smaakpapillen en, in combinatie met ons
reukvermogen, ons in staat gesteld om ultiem te genieten van de gaven der aarde.
Hoe goed heeft Hij het met ons voor, daar hij ons niet heeft veroordeeld tot een menu van louter gras, zoals de runderen, of enkel vlees of insecten waartoe andere schepselen zich beperkt zien.
Hij rustte de mens zelfs uit met het vernuft om de verschillende voedingsmiddelen die ons ten dienste staan op verschillende manieren te bereiden en onderling te combineren om grootse smaakervaringen te kunnen ondergaan.
Waar het eten bij de andere schepselen der aarde slechts een noodzakelijk kwaad is om te kunnen overleven, heeft de mens de maaltijd verheven tot een der grootste geneugten des levens.
Het bereiden van voedsel is tot ware kunst verheven.
De Griekse dichter Archestratus schreef 4 eeuwen vóór Chr. het eerste kookboek en kende in de opvolgende eeuwen vele navolgers, wat dit jaar in Nederland culmineerde in een heuse kookboekenweek.
De koks zijn, in verschillende kookrubrieken, niet van de buis te slaan en "Heel Nederland bakt" behaalde ongekende kijkcijfers.
Het verkrijgen van een Michelin-ster staat voor restaurants gelijk aan het behalen van een Olympische medaille.
De Fransen kloppen zichzelf op de borst vanwege hun culinaire hoogstandjes en spreken van "haute cuisine".

Éénmaal was het mij vergund om kennis te maken met zo'n hoogstandje.
Niet in Frankrijk, maar in Engeland tijdens een weekendje met toneelvrienden.
Een nichtje van Bob en Trees, wier dagelijkse taak het was om chique zakenlieden op zakenreis onder te brengen in hotels en hen Londen te laten zien, had het tripje voor ons uitgestippeld.
Door haar connecties was zij in staat om riante kortingen te bedingen (heel belangrijk voor Nederlanders) zodat het reisje nèt binnen ons budget paste.
We arriveerden op vrijdagavond en, na ingecheckt te zijn in ons hotel, gingen we chique uit eten.
Wij gingen dineren in het luxueuze Dorchester in Londen, op een steenworp afstand van het stulpje van Elisabeth.....
Bij aankomst werden we uit de taxi geholpen door heren in prachtige kostuums en bestegen we de majestueuze trappen.
Wat een pracht, wat een praal!
Bij binnenkomst een enorme lange hal van zo'n 10 meter breed met hoogpolig tapijt dat bijna tot de knieën reikte.
Centraal een prachtige vleugel, welke bespeeld werd door een vriendelijk glimlachende pianist (of is het vleugelspeler? Nee.... klinkt toch een beetje als een term uit het voetbaljargon).
Aan beide zijden van de hal ruime deuren die toegang gaven tot de verscheidene eetzalen.
Het was niet druk.
Opvallend was dat de aanwezige koppels nogal verschilden in leeftijd: veel oudere heren met veel te jonge vrouwen. Na enig overleg trokken wij de voorzichtige conclusie, dat dit niet allemaal vaders konden zijn die met hun dochter even een vorkje kwamen prikken.
Wij werden verwezen naar een ruime ronde tafel waaraan wij plaats namen.
De gérant (de aanspreektitel ober zou hij zeker als beledigend hebben ervaren) kwam informeren wat we wilden drinken.
Ik keek mijn goede vriend Dirk aan en we bestelden beiden een biertje.
Fout! Fout! Helemaal fout!
De goede man trok een gezicht alsof we een hondendrol hadden besteld en maakte ons zeer voorzichtig en uiterst vriendelijk duidelijk dat bier niet paste bij de luxueuze ambiance van het gerenommeerde Dorchester. Kortom, dat biertje konden we vergeten.
Ondanks zijn vriendelijke glimlach dacht ik zijn werkelijke gedachten te kunnen lezen: "Wat voor plebs heb ik nu in mijn tent".
De wijnkaarten werden gebracht.
Een mèt en een zònder prijzen.
Trees en Bob, die wisten hoe de hazen lopen, vertelden ons niet een wijn van de kaart zonder prijzen te kiezen, daar dit wijnen waren die wij ons financieel absoluut niet konden veroorloven.
Wij kozen voor de goedkoopste wijn van de andere kaart.
Nog altijd voor een prijs waar je bij de Digros twee tot drie dozen koopt.
Het voorgerecht bestond uit kleine smaakvolle broodjes. Daar namen we niet te veel van, want ja, we wilden wel ruimte vrij houden voor het hoofdgerecht, nietwaar?
Dit bleek achteraf onze tweede fout.
Dan, het "moment supreme"......
De gérant knipte met zijn vingers en uit het niets verschenen een aantal witgejaste heren die elk op beide witgehandschoende handen een bord droegen, afgedekt door een grote bolvormige zilverkleurige dekschaal.
Zij plaatsten het bord voor onze neus en, na een vingerknip van de gérant, verwijderden zij in een volkomen synchrone beweging de dekschalen van de borden......
Voor ons stond een groot wit plat bord van ongetwijfeld het fijnste aardewerk.
In het midden lag een stukje ondefinieerbare paté o.i.d. van 4 bij 4 cm in gelei met daarop een toefje groen, op afstand geflankeerd door vier spruitjes die een perfect vierkant vormden.
Ik keek gebiologeerd naar mijn bord, durfde Dirk niet aan te kijken.
Uit zijn hoek hoorde ik een snik.
Was dit het geluid van de onderdrukking van een gierende lachbui, zoals ik ook bij mijzelf voelde opkomen, of een snik van spijt, dat hij niet ruimer van de broodjes had genomen.
Ik begreep direct de functie van de zilveren afdekschalen.
Bij een iets te snelle pas van de obers zouden "de gerechten" ongetwijfeld van het bord waaien.
We wachtten tevergeefs op de bakken met friet.
Toen die niet kwamen en het langzaam tot ons doordrong dat "dit het was", zijn we maar "aangevallen". Heel voorzichtig, heel rustig, om niet binnen twee minuten ons bord leeg te hebben, brachten we de "delicatessen" naar de mond om ze uitgebreid te proeven.
De spruitjes smaakten naar spruitjes en de paté naar paté.
Het diner werd afgerond met verschillende kazen, welke werden opgereden in een rijdend vitrinekastje. Kazen is misschien letterlijk en figuurlijk een te groot woord, want de stukjes hadden afmetingen die ons noopten zeer bescheiden te nemen.
Mijn blik kruiste die van Dirk en onze ogen vertelden dezelfde boodschap: We hadden meer van die broodjes moeten eten.....
Na een uurtje stonden we weer buiten, barstend van de honger.
Het nichtje wist raad.
In een paar taxi's werden we naar het Londense Chinatown gereden, waar we bij een Chinees naar binnen doken en ons tegoed deden aan een overvloedige maaltijd.
Mèt bier, al was dat, eerlijk gezegd, niet te zuipen.....


Op zaterdag, na een volle drukke dag van allerlei bezoeken aan bezienswaardigheden en lauw bier zagen Dirk en ik plots in een supermarkt trays staan met halve liter blikken Heineken!
Onze ogen glansden op en zonder overleg doken we de winkel in en kochten een traytje bier.
Op onze hotelkamers trokken we elk een blik open, ons reeds verkneukelend op de komende, heerlijke herkenning van het oer-Hollandse gerstenat...... en namen een slok......
Gatver! Wat was dit voor uilenzijk?
Ik bekeek het blikje en ontwaarde in kleine lettertjes een alles verklarende tekst:
Specially brewed for the English market......
Mijn goede vader zei het al:
Altijd eerst goed de kleine lettertjes lezen......



Geen opmerkingen:

Een reactie posten