De tuinman en de dood


Een Perzisch Edelman:
  • Van morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,
  • Mijn woning in: “Heer, Heer, één ogenblik!
  • Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
  • Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.
  • Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
  • Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.
  • Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
  • Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!”—
  •  
  • Van middag (lang reeds was hij heengespoed)
  • Heb ik in ’t cederpark de Dood ontmoet.
  • “Waarom,” zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
  • “Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?”
  • Glimlachend antwoordt hij: “Geen dreiging was ’t,
  • Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,
  • Toen ’k ’s morgens hier nog stil aan ’t werk zag staan,
  • Die ’k ’s avonds halen moest in Ispahaan.

---------------------------------------------------
uit: Verzameld Werk van P.N. van Eyck (1887-1954)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten